Yvonne Riphagen leerde de techniek van het etsen van de graficus Jan Naezer. Aanvankelijk maakte ze figuratieve prenten, voornamelijk in zwart-wit; later maakte ze veelal abstract werk, waarbij ze meer kleur ging gebruiken. Tegenwoordig wisselt ze het af. Zij experimenteert op talloze manieren met het bewerken van de zinkplaat als ook met verschillende manieren van afdrukken, bijvoorbeeld door het gebruik van kleurinkt en ‘Chine-collé’. De etsen zijn vaak collages van verschillend bewerkte afzonderlijke etsplaten die zich in de druk pas tot één geheel vormen. Pas door de afdruk ontstaat het definitieve beeld. Mede door deze ingewikkelde manier van drukken blijft de oplage beperkt tot 2 à 3 exemplaren, die onderling nog ietsje van elkaar kunnen verschillen.