Ton heeft iets met huizen en gebouwen. Als oud architect is dat niet vreemd natuurlijk. Huizen en gebouwen hebben hun eigen identiteit. Hij schildert ze met plezier en steekt er dan graag de draak mee. Hij ziet het als een spel. Ze staan er soms alleen voor, zijn vrolijk of ingetogen, kleurrijk en of saai, recht van lijf en leden, soms scheefgezakt of vormeloos. Allemaal zaken die door zijn hoofd spelen, als er mee aan de gang gaat. En dan is er ook nog zoiets als kleur. Daar speelt hij uitgebreid mee. Van veel naar weinig, van uitbundig tot ingetogen.