Het werk van Frietman wordt gerekend tot het Haags Neo Symbolisme. Het is figuratief maar deformaties en vervreemdingen spelen een voorname rol. Sommige beschouwers ervaren de voorstellingen als verontrustend of zelfs bedreigend. Er is ook een afsplitsing, waarbij humor en ironie de toon aangeven. Frietman rekent zichzelf tot die afsplitsing en hij hoopt met zijn werk enige verwarring of een genietende glimlach teweeg te brengen.