Andrzej Wawrzyniak
schildert niet met een vooropgezet plan; hij laat de verf, meestal acryl, spreken vanuit zijn intuïtie en hoe hij het leven ervaart. Zijn werk is sfeervol en de uitgebalanceerde combinatie van kleuren en vlakken blijven de kijker boeien. Hij maakt zowel abstract als figuratief werk zoals portretten. Andrzej is in Polen geboren en in zijn werk kunnen we verwantschap met Oost-Europese kunstvormen herkennen.
Hoewel
Mary Bezembinder
ook veel schildert, toont ze op deze expositie haar ruimtelijk werk en
daarbij maakt ze gebruik van een keur aan materiaal. Ze drukt zich uit
in zowel keramiek als brons, hout, granito en marmer. Haar
inspiratiebron daarbij is de vrouwelijke torso, gefascineerd als ze is
door de vrouwelijke vorm en vitaliteit. Ze experimenteert en zoekt
voortdurend naar de meest expressieve vormen en zo ontstaan haar
“vrouwenlandschappen”.
Arnold Hoogendorp
componeert zijn foto’s zorgvuldig. Lijnen en ritme spelen een grote rol in zijn werk. Hij brengt gevonden objecten bij elkaar en vormt daarmee een compositie die daardoor een eigen leven gaat leiden. Je moet vaak goed kijken om het object nog te herkennen; het vertelt een heel nieuw verhaal. Zijn foto’s zijn grafisch en abstract en hebben met conventionele fotografie weinig meer te maken.
